Zelfstandige vruchtendragers bij bedrijfswaardering

Bij bedrijfswaardering verdienen zelfstandige vruchtendragers speciale aandacht. Bij de waardering van de aandelen in een vennootschap met de discounted cashflow methode (DCF methode) worden daarbij vaak fouten gemaakt. Vandaar een uitleg bij het begrip zelfstandige vruchtendrager. Maar ook hoe deze mee te nemen in de bedrijfswaardering.

Zelfstandige vruchtendragers

Wat zijn zelfstandige vruchtendragers? In de vakliteratuur wordt deze ook wel eens aangeduid als de niet-operationele-activa. Bij bedrijfswaardering met de discounted cashflow methode gaat het in de kern om de bepaling van de economische waarde van het geïnvesteerd vermogen. Maar wat behoort dan eigenlijk tot de onderneming f wel het geïnvesteerd vermogen? Zijn dat liquide middelen? Financiële instrumenten zoals obligaties, aandelen in andere deelnemingen, obligaties en effecten? Veelal gaat dat bij bedrijfswaardering wel goed. Want in de vertaling van ondernemingswaarde naar aandelenwaarde wordt veelal wel gecorrigeerd voor de aanwezigheid van niet-bedrijfsgebonden activa. En de financiële opbrengsten zoals waarde vermeerdering en rente worden veelal wel buiten de vrije kasstroom geteld. Maar anders is het bijvoorbeeld wanneer er andere niet bedrijfsgebonden activa op de balans staan. Bijvoorbeeld de auto van de DGA die hoofdzakelijk privé wordt gebuikt. Of het onroerend goed, een bedrijfspand. Dan is de vraag of deze wel tot de onderneming gerekend moeten worden. En hoe deze in de bedrijfswaardering moeten worden meegenomen.

Onroerend goed

Goed, onroerend goed. Bij bedrijfswaardering verdient het bedrijfspand een andere behandeling. Mogelijk dat het onroerend goed geheel tot de eigen bedrijfsvoering ter beschikking staat. Bij de bedrijfswaardering volgens de DCF methode worden de vrije kasstromen contant gemaakt tegen een kostenvoet eigen vermogen. Maar is het dan wel juist om dat onroerend goed óók tegen die -relatieve hoge- vermogensvoet te waarderen? Vaak wordt de kostenvoet vermogen vastgesteld op bijvoorbeeld 16%. Maar het aanhouden van onroerend goed is beduidend minder risicovol. Een investeerder rekent eerder op een rendement van 9% à 10%. Als bij de bedrijfswaardering met een lagere rendementseis geen rekening wordt gehouden wordt de onderneming te laag gewaardeerd.

Voorbeeld bedrijfswaardering

Het volgende voorbeeld ter illustratie. De onderneming heeft een vermogenspositie als volgt:

Balans 
Bedrijfspand  € 700.000 
Materieel vast actief € 50.000 
Netto geinduceerd werkkapitaal € 138.000 
Liquide € 72.000 
 € 960.000 
Eigen vermogen € 250.000 
Rentedragende schuld  € 710.000 
 € 960.000 
Vermogen bedrijf A BV

De winst en verliesrekening is als volgt:

Exploitatie 
Omzet € 2.888.000
Directe kosten € 1.733.000
Indirecte kosten € 900.000 
wv Afschrijving Bedrijfspand  € 50.000 
Bedrijfswinst € 255.000 
Winst en verlies van bedrijf A BV

De vrije verkoopwaarde (marktwaarde) en de huurwaarde van het bedrijfspand zijn

Bedrijfspand
Marktwaarde € 950.000 
Huurwaarde 10% € 95.000 
Marktwaarde en huurwaarde

Te rekenen valt met een vermogenskostenvoet van 16% en een groeivoet van 2%.

Een ONJUISTE berekening van de waarde van de aandelen is dan

FOUT
Bedrijfswinst € 255.000 
Af: belasting 25% € -63.750 
Bij: afschrijving bedrijfspand € 50.000 
Vrije kasstroom € 241.250 
Waarde onderneming € 1.723.214
Bij: Liquide € 72.000 
Af: rentedragende schuld € -710.000 
Waarde aandelen € 1.085.214
FOUTIEVE berekening van de waarde aandelen in A BV

Bovenstaande benadering van de bedrijfswaarde is onjuist. Omdat nu ook op het bedrijfspand een te hoog rendement wordt geeist. De 16% geldt wel voor de onderneming. Maar niet voor het bedrijfspand. De rendementseis voor het onroerend goed is slechts 10%. De JUISTE berekening van de waarde van de aandelen is dan

GOED
Bedrijfswinst € 255.000 
Bij: afschrijving bedrijfspand € 50.000 
Af: huurwaarde € -95.000 
Bedrijfswinst gecorrigeerd € 210.000 
Af: belasting 25% € -52.500 
Vrije kasstroom € 157.500 
Waarde onderneming € 1.125.000
Bij: waarde bedrijfspand € 950.000 
Af: belasting over stille reserve € -62.500 
Bij: Liquide € 72.000 
Af: rentedragende schuld € -710.000 
Waarde aandelen € 1.374.500
JUISTE berekening van de waarde van de aandelen in A BV

Al met al een verschil van bijna €300.000, circa 30%. De oorzaak is dat nu ook het bedrijfspand meegenomen wordt tegen een rendementseis van 10% in plaats van 16%. Nu wordt het bedrijfspand meegenomen tegen de waarde in het economisch verkeer, of: marktwaarde. Zo ontstaat een juiste correctie voor de zelfstandige vruchtendragers. Misschien een lastige berekening. Maar wel zo eerlijk!

Waarde eenmanszaak bij echtscheiding

De waardering van een eenmanszaak bij echtscheiding is vaak een pijnlijk vraagstuk. De voormalige partner van de ondernemer heeft vaak een te hoge inschatting van de waarde van de eenmanszaak. Vaak gesteund door hun adviseurs bij deze echtscheiding en waardebepaling. Zo ontstaat een onrealistisch hoge uitkomst van de bedrijfswaardering. Veelal het startpunt van een kostbare discussie over en weer die via duurbetaalde advocaten loopt. Tijdig met elkaar schikken voorkomt frustratie en advieskosten. 

Waardebepaling eenmanszaak

Schikking bedrijfswaarde

De waarde van de privé bezittingen zoals de eigen woning, de privé auto, de banktegoeden of hypothecaire schulden laat zich meestal eenvoudig vaststellen. Maar geheel anders is dat bij de waarde van een eenmanszaak. De waardebepaling is vaker onzinnig dan realistisch en redelijk. Helaas staat wantrouwen en emotie het rationele denken in de weg. Een casus uit de praktijk waar het dreigde mis te gaan. Waar een schikking een bevredigende oplossing bleek.

Casus waardebepaling eenmanszaak

Piet is een vrij gevestigde architect. Zijn focus is de verbouwing en nieuwbouw van woningen.  Na zijn HBO Bouwkunde werkte hij een aantal jaren bij een groot architectenbureau voor de utiliteit. Maar de kleinschalige woningbouw en de contacten met particulieren trokken hem toch meer. Zo startte hij in 2015 zijn eigen onderneming. Inmiddels heeft hij een stabiele bedrijfsvoering. Zijn jaarlijkse winst uit onderneming is gemiddeld €65.000. 

Vermogen eenmanszaak

Het vermogen van de eenmanszaak per datum van de ontbinding van het huwelijk is als volgt:

Balans
Inventaris € 18.000 
Auto van de zaak € 12.000 
Debiteuren € 9.000 
Bank € 15.000 
Totaal activa € 54.000 
Kapitaal Piet € 50.000 
Crediteuren € 2.500 
BTW € 1.500 
Totaal passiva € 54.000 
Vermogen eenmanszaak

Het materieel vast actief omvat inventaris (bureaumeubilair, computer en printers) en een auto van de zaak. Verder heeft de eenmanszaak nog wat debiteuren. Op de zakelijke bankrekening staat een bedrag van €15.000.

De eenmanszaak heeft verder enkele schulden: crediteuren en te betalen BTW. Het kapitaal van Piet, dat is het saldo van de zakelijke bezittingen en de zakelijke schulden, bedraagt €50.000. Dat bedrag heet ook wel het zichtbare netto vermogen.

Geïnvesteerd vermogen

Bepalend voor de waarde van de eenmanszaak is mede de geldelijke omvang van het geïnvesteerd vermogen in materieel vast actief en het geïnduceerd netto werkkapitaal. Want: hoeveel moet de ondernemer investeren om ‘in business’ te komen en om de bedrijfsvoering in stand te houden. Op basis van de voorgaande balans is de boekwaarde van het geïnvesteerd vermogen totaal €35.000. Deze was als volgt samengesteld:

Geïnvesteerd vermogen
Materieel vast actief € 30.000 
Geïnduceerd netto werkkapitaal € 5.000 
Totaal geïnvesteerd € 35.000 
Geïnvesteerd vermogen eenmanszaak

Dat geinduceerd heeft betrekking op de balansposten die het directe gevolg zijn van de bedrijfsvoering. Dat zijn dus in dit geval de debiteuren minus de crediteuren en de te betalen BTW. Deze zijn dus te herleiden tot de omzet en de directe en indirecte bedrijfskosten.

Te verdelen waarde eenmanszaak

De adviseur van de ex vrouw van Piet berekent de waarde van de eenmanszaak. Hij komt uit op een bedrag van €180.000. Hij becijfert dat als volgt:

De winst uit onderneming is €65.000. Daarvan wordt afgetrokken een ondernemers inkomen van €35.000. Resteert dus een overwinst van €30.000. Bij  een rendementseis van 20% is daarmee de goodwill €150.000. Tel daarbij op het zichtbare netto eigen vermogen van €50.000. Zo komt deze adviseur op een waarde van de eenmanszaak van €200.000. Dus door Piet met zijn ex te verrekenen een bedrag van €100.000.

Persoonlijke goodwill

Dat deze waardebepaling van de eenmanszaak verre van juist is wordt snel duidelijk. Want de overwinst is geen €30.000 maar slechts 11.000. Piet moet namelijk ook nog pensioensparen en premies arbeidsongeschiktheid betalen. Onder toepassing van de zelfstandigenaftrek en de MKB vrijstelling blijft zo een belastbare winst over van €42.000. Al met al resteert daarmee een netto inkomen van €41.000. Hierbij valt te rekenen met een netto ondernemingsloon van €30.000. Zo blijft er slechts een overwinst over van €11.000 volgens:

Winst uit onderneming € 65.000 
Arbeidsgeschikheids verzekering € 4.500 
Pensioensparen € 5.500 
Belastbaar inkomen € 55.000 
Zelfstandigenaftrek en MKB Vrijstelling € 13.000 
Belastbare winst € 42.000 
Inkomstenbelasting en Premie ZVW € 18.000 
Heffingskortingen € 4.000 
Netto inkomen € 41.000 
Netto ondernemingsloon € 30.000 
Overwinst € 11.000 
Berekening waarde eenmanszaak

Economische waarde geïnvesteerd vermogen

Die overwinst van €11.000 bij een rendementseis van 20% leidt zo tot een bedrag van €55.000. Maar dat is niet, zoals de adviseur van de vrouw meende, de waarde van de goodwill. Maar juist wel de economische waarde van het geïnvesteerd vermogen. De boekwaarde van het geïnvesteerd vermogen was €35.000. De economische waarde daarvan is kennelijk €55.000. Kortom, de goodwill waarde is daarmee slechts €20.000. Te verdelen valt dus een bedrag van de netto vermogens waarde à €50.000 plus goodwill à €20.000 is totaal €70.000. Kortom, €35.000 afrekenen met de ex van Piet.

Persoonlijke goodwill

De vraag is nu nog of de berekende goodwill wel tot de gemeenschap kan worden gerekend. Hierover deed het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden een uitspraak. De geldende rechtsopvatting is dat, voor zover er sprake is van goodwill, deze zich kwalificeert als persoonlijke onbelichaamde goodwill. Te betogen valt dat de goodwill in de onderneming van Piet vooral zijn persoonsgebonden “earning capacity” is. Dit als ondernemer en beoefenaar van zijn beroep. Deze goodwill  is niet overdraagbaar. Deze goodwill is, naar algemeen wordt aanvaard, geen actief van de huwelijksgemeenschap. Met deze onbelichaamde goodwill, voor zover gelegen in de persoon en de kwaliteiten van de ondernemer Piet, dient bij de verdeling van de huwelijksgemeenschap geen rekening te worden gehouden. 

Schikking echtscheiding waarde eenmanszaak

Piet bleek voorbij te willen gaan aan de opvatting van het Gerechtshof. Dus dat de goodwill niet tot het gemeenschappelijk, vermogen behoort. Hij wilde ook een gebaar maken in de richting van zijn ex. Zo konden partijen in deze echtscheiding zich schikken in de voorgestelde betaling van €35.000 aan de voormalige echtgenote. Eind goed al goed!