De waardering van een eenmanszaak bij echtscheiding is vaak een pijnlijk vraagstuk. De voormalige partner van de ondernemer heeft vaak een te hoge inschatting van de waarde van de eenmanszaak. Vaak gesteund door hun adviseurs bij deze echtscheiding en waardebepaling. Zo ontstaat een onrealistisch hoge uitkomst van de bedrijfswaardering. Veelal het startpunt van een kostbare discussie over en weer die via duurbetaalde advocaten loopt. Tijdig met elkaar schikken voorkomt frustratie en advieskosten.

Schikking bedrijfswaarde
De waarde van de privé bezittingen zoals de eigen woning, de privé auto, de banktegoeden of hypothecaire schulden laat zich meestal eenvoudig vaststellen. Maar geheel anders is dat bij de waarde van een eenmanszaak. De waardebepaling is vaker onzinnig dan realistisch en redelijk. Helaas staat wantrouwen en emotie het rationele denken in de weg. Een casus uit de praktijk waar het dreigde mis te gaan. Waar een schikking een bevredigende oplossing bleek.
Casus waardebepaling eenmanszaak
Piet is een vrij gevestigde architect. Zijn focus is de verbouwing en nieuwbouw van woningen. Na zijn HBO Bouwkunde werkte hij een aantal jaren bij een groot architectenbureau voor de utiliteit. Maar de kleinschalige woningbouw en de contacten met particulieren trokken hem toch meer. Zo startte hij in 2015 zijn eigen onderneming. Inmiddels heeft hij een stabiele bedrijfsvoering. Zijn jaarlijkse winst uit onderneming is gemiddeld €65.000.
Vermogen eenmanszaak
Het vermogen van de eenmanszaak per datum van de ontbinding van het huwelijk is als volgt:
Balans | |
Inventaris | € 18.000 |
Auto van de zaak | € 12.000 |
Debiteuren | € 9.000 |
Bank | € 15.000 |
Totaal activa | € 54.000 |
Kapitaal Piet | € 50.000 |
Crediteuren | € 2.500 |
BTW | € 1.500 |
Totaal passiva | € 54.000 |
Het materieel vast actief omvat inventaris (bureaumeubilair, computer en printers) en een auto van de zaak. Verder heeft de eenmanszaak nog wat debiteuren. Op de zakelijke bankrekening staat een bedrag van €15.000.
De eenmanszaak heeft verder enkele schulden: crediteuren en te betalen BTW. Het kapitaal van Piet, dat is het saldo van de zakelijke bezittingen en de zakelijke schulden, bedraagt €50.000. Dat bedrag heet ook wel het zichtbare netto vermogen.
Geïnvesteerd vermogen
Bepalend voor de waarde van de eenmanszaak is mede de geldelijke omvang van het geïnvesteerd vermogen in materieel vast actief en het geïnduceerd netto werkkapitaal. Want: hoeveel moet de ondernemer investeren om ‘in business’ te komen en om de bedrijfsvoering in stand te houden. Op basis van de voorgaande balans is de boekwaarde van het geïnvesteerd vermogen totaal €35.000. Deze was als volgt samengesteld:
Geïnvesteerd vermogen | |
Materieel vast actief | € 30.000 |
Geïnduceerd netto werkkapitaal | € 5.000 |
Totaal geïnvesteerd | € 35.000 |
Dat geinduceerd heeft betrekking op de balansposten die het directe gevolg zijn van de bedrijfsvoering. Dat zijn dus in dit geval de debiteuren minus de crediteuren en de te betalen BTW. Deze zijn dus te herleiden tot de omzet en de directe en indirecte bedrijfskosten.
Te verdelen waarde eenmanszaak
De adviseur van de ex vrouw van Piet berekent de waarde van de eenmanszaak. Hij komt uit op een bedrag van €180.000. Hij becijfert dat als volgt:
De winst uit onderneming is €65.000. Daarvan wordt afgetrokken een ondernemers inkomen van €35.000. Resteert dus een overwinst van €30.000. Bij een rendementseis van 20% is daarmee de goodwill €150.000. Tel daarbij op het zichtbare netto eigen vermogen van €50.000. Zo komt deze adviseur op een waarde van de eenmanszaak van €200.000. Dus door Piet met zijn ex te verrekenen een bedrag van €100.000.
Persoonlijke goodwill
Dat deze waardebepaling van de eenmanszaak verre van juist is wordt snel duidelijk. Want de overwinst is geen €30.000 maar slechts 11.000. Piet moet namelijk ook nog pensioensparen en premies arbeidsongeschiktheid betalen. Onder toepassing van de zelfstandigenaftrek en de MKB vrijstelling blijft zo een belastbare winst over van €42.000. Al met al resteert daarmee een netto inkomen van €41.000. Hierbij valt te rekenen met een netto ondernemingsloon van €30.000. Zo blijft er slechts een overwinst over van €11.000 volgens:
Winst uit onderneming | € 65.000 |
Arbeidsgeschikheids verzekering | € 4.500 |
Pensioensparen | € 5.500 |
Belastbaar inkomen | € 55.000 |
Zelfstandigenaftrek en MKB Vrijstelling | € 13.000 |
Belastbare winst | € 42.000 |
Inkomstenbelasting en Premie ZVW | € 18.000 |
Heffingskortingen | € 4.000 |
Netto inkomen | € 41.000 |
Netto ondernemingsloon | € 30.000 |
Overwinst | € 11.000 |
Economische waarde geïnvesteerd vermogen
Die overwinst van €11.000 bij een rendementseis van 20% leidt zo tot een bedrag van €55.000. Maar dat is niet, zoals de adviseur van de vrouw meende, de waarde van de goodwill. Maar juist wel de economische waarde van het geïnvesteerd vermogen. De boekwaarde van het geïnvesteerd vermogen was €35.000. De economische waarde daarvan is kennelijk €55.000. Kortom, de goodwill waarde is daarmee slechts €20.000. Te verdelen valt dus een bedrag van de netto vermogens waarde à €50.000 plus goodwill à €20.000 is totaal €70.000. Kortom, €35.000 afrekenen met de ex van Piet.
Persoonlijke goodwill
De vraag is nu nog of de berekende goodwill wel tot de gemeenschap kan worden gerekend. Hierover deed het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden een uitspraak. De geldende rechtsopvatting is dat, voor zover er sprake is van goodwill, deze zich kwalificeert als persoonlijke onbelichaamde goodwill. Te betogen valt dat de goodwill in de onderneming van Piet vooral zijn persoonsgebonden “earning capacity” is. Dit als ondernemer en beoefenaar van zijn beroep. Deze goodwill is niet overdraagbaar. Deze goodwill is, naar algemeen wordt aanvaard, geen actief van de huwelijksgemeenschap. Met deze onbelichaamde goodwill, voor zover gelegen in de persoon en de kwaliteiten van de ondernemer Piet, dient bij de verdeling van de huwelijksgemeenschap geen rekening te worden gehouden.
Schikking echtscheiding waarde eenmanszaak
Piet bleek voorbij te willen gaan aan de opvatting van het Gerechtshof. Dus dat de goodwill niet tot het gemeenschappelijk, vermogen behoort. Hij wilde ook een gebaar maken in de richting van zijn ex. Zo konden partijen in deze echtscheiding zich schikken in de voorgestelde betaling van €35.000 aan de voormalige echtgenote. Eind goed al goed!