De bedrijfswaardering van een eenmanszaak leidt vaak tot een opmerkelijke waardebepaling. Uit de praktijk voor bedrijfsoverdracht blijkt dit vaker regel dan uitzondering. Soms worden diverse principes van de Discounted Cashflow methode klakkeloos toegepast. Het normaliseren van de bedrijfswinst, het vaststellen van een gebruikelijke ondernemingsbeloning voor inkomstenbelasting, premies Zorgverzekeringswet, verzekering arbeidsongeschiktheid en oudedagsvoorzieningen. Het blijkt voor de waardebepaling eenmanszaak vaak een te lastige uitdaging. Een voorbeeld hoe en waar zaken verkeerd gaan.
Casus bedrijfswaardering eenmanszaak
Vader heeft een onderneming. Hij importeert culinaire specialiteiten uit Italië en Spanje. Hij levert die aan de horeca. Zijn omzet is circa €600.000. Hij realiseert een brutomarge van 40%. De winst uit onderneming is €100.000. Vader wil het bedrijf overdragen aan Zoon. Zoon doet al zo’n beetje hetzelfde als Vader. Zoon koopt voor €120.000 bij Vader in. Maar levert ook andere culinaire producten uit Griekenland. Vader wil -gelet op zijn leeftijd- stoppen. Het lijkt logisch om zijn bedrijf aan Zoon over te dragen. Zoon wil dat ook. Maar ook een redelijke prijs betalen. Dus laten Vader en Zoon een waardebepaling doen.
Waardebepaling eenmanszaak
De waarderingsdeskundige komt hierbij uit op een koopsom van €1.070.000. Dat berekent hij als volgt:
- Die winst zal de komende jaar nog wel toenemen met zo’n 5 tot 8% per jaar. Dus gemiddeld 6,5% en gerekend over 4 jaar is dat afgerond 25%;
- Een redelijk rendement voor Zoon op zijn investering in de koop van de eenmanszaak is 12,5%;
- Dus die waarde eenmanszaak is zomaar €100.000 plus 25% groei gedeeld door 12,5% is €1.000.000;
- Maar, zo vindt de waarderingsdeskundige, daarbij moeten we natuurlijk nog optellen de waarde van de inventaris (kantoormeubilair, computers, telefooninstallaties, magazijnstellingen en koelcellen) à €40.000 plus de voorraad culinaire producten à €30.000.;
- Zo komt de waarde eenmanszaak op totaal €1.070.000;
Second opinion bedrijfswaardering
Zoon vindt die koopsom voor de eenmanszaak wel een stevig bedrag. Want dat miljoen heeft hij niet. Als het hij dat gaat lenen, bijvoorbeeld via crowdfunding, dan moet hij dat in 5 jaar aflossen. Dus zo’n €200.000 per jaar. Zo komt hij financieel natuurlijk veel te kort. Die bedrijfsovername van de eenmanszaak is zo een stevige molensteen om zijn nek. Daarom maar een second opinion waardebepaling.
Herwaardering
Een aantal kritische kanttekeningen bij de waardebepaling door de waarderingsdeskundige:
- Uitgegaan wordt van de winst uit onderneming. Maar daarin zitten ook de rentekosten voor de bedrijfsfinanciering en de hypothecaire schuld voor het bedrijfspand. Dat bedrijfsgebouw en de bijbehorende leningen worden echter niet meeverkocht. Dus uitgaan van de winst uit onderneming blijkt dus onjuist. De bedrijfswinst, voor renteopbrengsten en -kosten, is een beter uitgangspunt. De rentekosten voor bedrijfsfinanciering en de hypothecaire schuld in de eenmanszaak bedraagt €20.000. De bedrijfswinst is daarmee €100.000 plus die €20.000: €120.000;
- Die €120.000 is echter geen juiste afspiegeling van het bedrijfsresultaat. Want Moeder blijkt ook -onbezoldigd- twee dagen in de week mee te werken. Na de bedrijfsoverdracht zal Moeder ook stoppen. Zoon zal dan een vaste kracht moeten aannemen. De loonkosten inclusief werkgeverslasten zijn €20.000;
- Omdat de bedrijfsactiviteiten plaatsvinden vanuit een eigen bedrijfspand zit er ook geen huur in de bedrijfskosten. Die huur komt als het ware in de plaats van de rentekosten voor de hypotheek. Als Zoon het bedrijfspand of vergelijkbare bedrijfsruimte gaat huren kost hem dat, gebaseerd op marktconforme huurkosten, €15.000 per jaar;
- Niet te vergeten is ook dat Zoon voor €120.000 bij Vader inkoopt. Hij krijgt weliswaar een stevige korting in vergelijk met andere afnemers. Maar draagt zo toch €10.000 aan marge bij aan de brutowinst. Het lijkt niet redelijk om die marge mee te tellen in de waardebepaling eenmanszaak;
- Zo is het genormaliseerde bedrijfsresultaat €120.000 -/- €20.000 -/- €15.000 -/- €10.000 is €75.000;
- Daarvan moet Zoon nog wel €24.000 inkomstenbelasting en premies Zorgverzekeringswet van betalen. Zo blijft er netto over €51.000;
- Van die €51.000 moet Zoon €2.000 verzekeringspremie arbeidsongeschiktheid betalen plus €4.000 inleggen voor pensioensparen. Zo blijft er dus maar €45.000 over;
- Van die €45.000 moet hij overige privé uitgaven betalen. Dus de huishoudelijke uitgaven van -geschat- €30.000. Zo blijft er maar €15.000 netto en vrij beschikbaar over;
- Als Zoon die koopsom in 5 jaar moet terugverdienen kan hij dus maar 5 x €15.000 is €75.000 voor de eenmanszaak betalen. Die €75.000 is de economische waarde van de eenmanszaak. Ofwel: de economische waarde van het geïnvesteerd vermogen;
- Dat geïnvesteerd vermogen was totaal €70.000. Namelijk €40.000 voor de bedrijfsinventaris en €30.000 voor de -over te nemen- voorraad. Zoon mag dus €75.000 betalen voor iets wat €70.000 waard is. Dat verschil is de zogenaamde waarde goodwill, of goodwillwaarde;
- Maar…hoe zit het dan met die eventuele groei? Dat de omzet en daarmee de bedrijfswinst in de komende jaren zal stijgen met gemiddeld 6% is verre van zeker. In dit geval is dat niet een resultaat van de huidige feiten en omstandigheden. Mocht dat zo zijn, dan is dat vooral een gevolg van de inspanningen door Zoon. Het lijkt niet redelijk om hem de rekening te presenteren voor zijn eigen succes;
Zo wordt met de juiste kennis van zaken en op een juiste manier toegepast een -ogenschijnlijk- logische en correcte bedrijfswaardering eenmanszaak ontmaskerd.
In de bedrijfswaardering volgens de second opinion konden Vader en Zoon zich prima vinden. Zo ontstond voor hen de basis voor een verantwoorde, haalbare en -bedrijfseconomisch gezien- goed onderbouwde bedrijfsovername.
Ook een juiste en goed onderbouwde waardering eenmanszaak nodig? Oriënteer u dan alvast op mijn boek Waardering Eenmanszaak.
©BBO&F